Nog altijd is hij afwezig. Ons lijf vloeit over naar het
midden en blijft daar liggen. De voeten
houden elkaar warm. De open gordijnen vertonen de
restanten van de dag, de wereld, de koplamp van
een startende auto, een weerschijn van vertrek, een
hond die nog uitgelaten moet. Dicht zijn
de mogelijkheden. De afstand is te ver, de treinen reeds
opgeborgen, de jas te dun. We dromen zelfs
niet meer. Het kussen is alleen het kussen, zijn rug niet
het terrein van pijlstaarten, doorboorde harten,
een haan op de kerktoren. Een waterige zon boven een
eindeloze zee, een schip in nood. Alleen
een meisje loos, ergens in het Noorden, in een onneembare
vesting met sterren van stof en een open mond.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x