De hakjes van de buurvrouw liggen onder het salontafeltje.
Niet dat ze hen heeft uitgeschopt maar omdat ze

zelf met een boogje ondersteboven op de bank belandde en
zomaar van alles verloor, rok halverwege en

het kettinkje in dertien delen waarvan eentje om de poot
van de staande schemerlamp. Het was

verdacht stil naast me. In de voordeur nog de spleten, butsen
en kieren die een aardige agent had aangebracht

alvorens haar te vinden, het meisje van de thuiszorg in tranen
en een geïrriteerde tante op de luidspreker, net

zoals de vorige keer. Er zou een heel huishouden tijdelijk tussen
de kanten gordijnen kunnen huizen om het stof

van de porseleinen beeldjes te blazen en de koelkast leeg te
houden tot zij veilig weer rechtop zit en leeft.