In het grasveld beneden staat nog het bankstel, driepersoons.
Zelfs de voetballers van het tegenoverliggende

veldje gaan er niet op zitten, er is geen hond die snuffelt of
pardoes op de zacht verende kussens springt,

niemand ook die wijst nog of verbaasd kijkt. Voor de meeuwen
is het object te groot zoals dat het misschien voor

de bezitter was, iets kan te zacht zijn en verkleuren bij het
ochtendlicht, iets is altijd iets anders dan men het

zich voorstelt, een tegenvallende aankoop, een geleden verlies.
Misschien zit zij daar morgen ook. Half onder het

kussen in de linkerhoek of in gedeelten onder bij de poten
geschoven. Zij is beslist veel te groot en te zacht

en haar make up loopt bij de geringste regen uit, zelfs voor
één persoon was zij veel te veel.