Hoe moet het ook alweer, de deur uitgaan, op tijd ergens
aanwezig zijn, onderweg zijn, medepassagiers te

hebben, te knikken, goedemorgen te zeggen onderweg, van
het ene raam te bewegen naar het andere, in wolken

het beest te ontdekken, opgewonden te zijn over het doel en
de route, ontvangen te worden, je voor te stellen

en dan zonder hand, duidelijk te worden als opgeloste mist
in een dampende dag, deel te nemen aan

gesprek, ritueel, ronde, conclusie en samenvatting en op de
weg terug alles te heroverwegen, daar dan

een versje van te maken, ergens voor op te staan kortom en
nooit meer te willen vertrekken, te ontmoeten,

na te denken noch dat goedemorgen zangerig en vriendelijk te
laten klinken voor die ene thuisblijver.