Hoe minder mensen je spreekt, hoe dommer je uitspraken.
Een beetje zoals denken dat die hand op je

schouder meer wil dan alleen dat bonkige onderdeel. Dat
verheugende kontakt dat steeds zeldzamer

wordt en alleen nog vanzelfsprekend als het nazaten zijn
van dezelfde eigenwijze tak of een lengte

heeft onder de een meter. Zoals we warme broodjes toveren
waar een worstje in blijkt te schuilen, meningen

verkondigen die twintig jaar eerder eventueel nuttig zouden
zijn geweest, een sixties broek dragen met

wijd uitlopende pijpen en nog steeds een lijntje van zwart in
onze ogen. De allerkleinste probeert dat na te

trekken en kijkt diep en donker om dan tuimelend van plezier
mijn mond te snoeren met kwijl en iets van pepernoot.