Misschien scheelt het dat ik niets van hen weet behalve dat
wat ze me vertellen, dat ik geen dossier inlees of

een status bijhoud, dat ik niet hun gedragingen in een grafiekje
moet plaatsen en ook dat ik niet uitgebreid kennis

liet maken met mezelf. Van de heer P. weet ik dat hij de geur
van hooi kent en het achterovertuimelen in

het weiland, hoe hij de opgeladen wagens voor de onweersbui
naar binnen moest loodsen en als beloning dat

ene slokje bier kreeg omdat het hetzelfde verhaal is als dat van
mijn vader. Van mevrouw V. weet ik dat

ze stiekem een kroketje nam op de receptie van een bruidspaar
dat ze niet kende omdat mijn zusje hetzelfde

deed. Van mevrouw de B. weet ik dat ze in haar eentje in haar
kamer raast maar dat is omdat mevrouw S. dat ook doet, soms.