Hij filmt het ruisen van de regen en hoe haar stoel lijkt te
drijven met haar erin, ze lacht nog maar houdt zich

vast aan de leuningen, het is bijna middernacht, er klinken
meer stemmen, het is alsof de hele straat het

meubilair buiten heeft gezet en iedereen in de kast een rest
drank heeft gevonden, een halfzachte

versnapering, en op de volgende hoek zal verdwijnen in iets
dat kolkt en draait, zuigt en slurpt en we

moeten zwaaien alvorens dat beeld rustig wordt. Een beetje
zoals er soms in de kieren van je huis iets

zwarts verdwijnt zonder dat je echt hebt kunnen zien welk
beest het dit keer was. Het is plaatselijk, zegt

een derde, en toont een dubbele regenboog, iets dat je in je
eigen vertrekken zelden tegenkomt.