De bomen vloeien weer in elkaar over, vlechten het uitzicht
tot een grote vlek groen, de straat hierachter
niet meer te zien. De mensen verliezen hun afstand, lopen
weer in groepjes naar hetzelfde, hangen in de
tuinen van elkaar, geven sigaret en bierglas door en maken
als het donker is, vuren in korven alsof ze
op het land wonen, alsof het alsnog koud wordt. Alles lijkt
weer normaal. De voorraden zijn inmiddels op.
Aan de hoofdweg het plastic uit de sloot, een beest dat het
niet gered heeft over te steken, een schoen
die een been mist. Waar de bomen op zijn, zijn de gebouwen
het lelijkst. Op de stoep gelukkig de kinderharten,
wolken roze en blauw, nummers uit het aftelrijmpje, een enkel
hart. Daar hinkelt het andere been.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x