Daar te liggen en te wachten tot hij ruimte en lijf vult, de
druk te voelen en de warmte en de druppels

water waarmee hij een spoor trekt over de vloer, afdrukken
van zijn voeten die kletsend zijn bijna

aanwezigheid verraden, de volgende dag nog zichtbaar, tot
zeventien tellen of gewoon de adem inhouden en

pas weer uitblazen als hij zich uitspreidt bovenop je, handen
op handen, benen op benen, harder dan jezelf

en zoveel sterker, dan blaast in je nek en zijn hoofd legt in
dat laatste vrije stukje en meebuigt zodat het even

lijkt op niemand anders dan jezelf, er is ook niemand maar
de herinnering is zo sterk dat je terug kan blazen

en de krullen ziet dansen en de rest voelt en niets hoeft te doen
dan alleen maar te blijven liggen en hem te zien.