Voor ons was het het kind in de kribbe, de sterren aan de hemel,
de mirre, het wierook en goud, voor hen is het

Rudolph met de rode neus in zachte vorm, het halfvolle glas naast
de boom en het hapje lekkers dat Santa onderweg

doet stoppen. Zoals poedersuiker onze sneeuw vervangt, pakjes
in glanspapier onze ene sinaasappel en het

boekje van W.G. van der Hulst, hun spontaniteit onze wat stijve
bewegingen zodra we bij familie waren en

de veganistische maaltijd strijdt met mijn moeders gevulde kip
die mijn zusje herkende aan zijn linkerpoot.

Hetzelfde zijn de rode wangen, het in slaap vallen vol verwachting,
de halve gesprekken die pas heel worden als

de kleinsten zwaar tegen ons aanhangen en in de lucht er ergens
toch nog een ster verschijnt die zo op de piekloze boom kan.