De bruidegom draagt zijn bloemen hoog, tegen zijn hals geurt
het, ze rollen in de mond waarmee hij zoent en
lacht en voorzichtig klaagt, morgen, beweert hij, heeft hij kramp
en spierpijn maar liefde is een lenig begrip. De
bruid wervelt met lange rokken en bloemen laag over zijn voeten,
gisteren was er nog niets, zegt ze, doelend op
de feestgangers, de versieringen in huis, de schalen hoog opgetast
met eten, het proosten met de glazen hoog maar
het is juist omdat er toen alles was en alles zou volgen, dit feest.
Ik wil een gedicht, bedelt hij, waarin wij voorkomen,
hoe was je naam ook alweer, plaag ik en wat was de reden? O de
liefde, de liefde. Omdat ik de geschiedenis ken,
kan ik ze beschrijven. Dode bloemen eens en voortslepende leegte,
een ruimte zonder klank of kleur.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x