Elke keer bovenkomen en lucht happen, dat is het enige waar ik
aan denk als dit woord nog glibberig op het dek

ligt, hij de staarten schrobt met een bezem en emmers water over
het glinsterend vel gooit. Er zijn kinderfilms

waarin sirenen verlokkend onder water kunnen blijven wonen
maar zomaar gun ik hem wat realiteit, een

waterman met drietand tenslotte en wier in het haar. Een oplettend
lezer weet allang dat ik niet zwemmen kan.

Ik verzamel waswater in een groen emmertje dat ik over het balkon
zwaai in de hoop dat alle beesten in een keer

verdwijnen, alle planten tot leven komen en het stof en de rook van
een buurman op zijn plek neerdaalt, de hond

slapend op de vierkante meter, het kind opgesloten in de linkerkamer,
de vuilnis van drie maanden gespaard, het licht aan.