Of ik niet iets kan veranderen aan de interpunctie, stelt hij, maar dat
deed ik jaren geleden al; het is onleesbaar,

zegt hij maar ik vermoed dat het niet aan de punten ligt of komma’s
maar dat de inhoud hem niet bevalt. Dat kan.

Lang was het zijn agenda, zijn getijdenboek, een route zelfs waarop
hij kon varen, klippen vermijdend. Ik weet

niet wat het nu is. Nostalgie misschien of alleen een hinderlijk storen
in de ochtend. Een hem herinneren aan

een kachel die brandde, een geur van patchoeli, een uitgedaan stuk
kleding dat met een boogje in de stoel belandde.

Een gedachte aan iets dat hij nog moet doen maar steeds vergeet, een
familielid dat alleen de verjaardag wil vieren maar

zonder taart of heel misschien het zoeken naar bewijs: als zij dat zo
schrijft, moet het welhaast liefde zijn en echt gebeurd.