Ze was er zomaar, aangeschoven door een van die opgeluchte
meisjes die meteen daarna bij de kok gingen bedelen
om een achtergebleven toetje of lachend door de gang met hun
vriendjes afspraken, en ze bleef. Rechts
naast het midden wapperden voortaan haar grote bleke handen,
het enorme lijf naar voren hellend en maar zo
zelden ons aankijkend, soms net over onze hoofden heen naar
buiten, en altijd droef. Omdat ze de
grootste was, ging ze niet uit mijn gezichtsveld, ze werd een
ijkpunt in het vierkant en hoewel haar zeldzame
opmerkingen nooit over het verhaal gingen, wist ik dat ze mijn
stem gehoord had. Mevrouw Z. zei heel eenvoudig
dat het een foeilelijke kerk was, die toen gesloopt was, maar zij
zei Cuypers, die van het Centraal Station, en boog.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x