De lief hoopt nog eens de vrouw van zijn leven tegen te komen.
Dat gunnen we hem uiteraard allemaal. Het is een

uitgesproken verdriet dat hij nog steeds met een scharrel in een
tussenfase zit, een periode die nu al best lang duurt

en ook eigenlijk voor altijd is, dat realiseert hij zich soms, maar
op dezelfde manier husselt hij liefde en

verliefdheid, alleen zijn en met z’n twee, door elkaar. Dat doet
hij ook met dood en leven dus het verbaast ons

niets. We maken ons ook geen echte zorgen en misschien is dat
wel het grootste verwijt. Niet alleen houd ik

niet van reisjes en open eindes, speklappen of zuurdesembrood,
ik schijn ook maar niet hem serieus te nemen. En dat

is natuurlijk het eerste dat we moeten doen maar hij weet dat ik
nu giechelend achter het scherm zit en akelig bloot.