Vroeger was het antwoord nog stoutmoedig, ietwat vilein en
vol gespeelde overtuiging, nu is er bij voorbaat een

excuus, een knieval naar de tijd, een omslachtig gebaar al blijft
de inzet even hoog, voorspelbaar ook en zo

typisch vrouwelijk. In beide gevallen wordt er meewarig bijna
geglimlacht, we gunnen haar ook wat, ze is

lekker bezig, ach en kijk. Aangenomen wordt dat het nu rusten
wordt in een kabbelend stroompje, hier en

daar een bal redden of een verdwaalde badgast, het fluitje van
een cent, de uit het zicht verdwenen

horizon. Het tegendeel zou ernstig zijn, zielig ook, ongewenst
en zorgelijk alsof alles gepakt is voor de reis en

zij haar schoenen nog zoekt of opeens misselijk blijkt, de proviand
uiteraard al op, de kaart tot vliegtuig gevouwen.