Ben je alleen, vraagt hij en ruikt aan mijn haar, ik kan geen
antwoord verzinnen. Bij het opstaan en mij

formeel een hand geven had ik hetzelfde kunnen vragen of
het overbekende of alles goed was maar rechts

van hem zit zij en haar hand blijft om haar theeglas plakken
en ik had alle clichés willen vermijden dus

liet ik hen zitten en liep door naar achteren, bestelde mijn
ochtendkoffie en pakte de krant. Er was alleen

nog maar mijn rug, toevallig in de buurt van de toiletten. Hij
moest heel nodig blijkbaar. Bij het wetenschapskatern

dook hij opeens ergens tussen mijn hals en dat haar en vroeg
wat hij al wist. Het was maar heel even en ik kon

het net zo goed verzonnen hebben. Ik had de druppel gebruikt
die op de bodem van zijn flesje parfum lag.