Met wenkbrauwen die aan een staatshoofd uit dat onbegrijpelijke
land doen denken en aan mijn grote vader die,

hoewel hij nooit schreef in een verkeerde tijd geboren te zijn of
te liggen in een greppel zoals ik dat deed, zomaar

over de steppe jaagt alsof hij alsnog, en in een versje van troïka,
sneeuw, sporen van bloed en de naam Wladimir

zijn rol speelt, en hier aanwezig is, lijkt het alsof alles mij al is
verteld. Foto’s vanuit een vroeg Londen, de

jaren dertig, landelijke wijken met tuintjes die aflopen in een water
waar mijn dochter haar was spoelt, kinderen in wit

gesteven jurkjes en broeken tot op de knie en dichteressen met mijn
naam met lange gezichten en grote neuzen die zo

op de hoes van Sad Eyed Lady of the Lowlands voor mijn terugkeer
hadden kunnen zorgen, zwijgend zorg dragend voor.

(naar aanleiding van What you did not tell, Mark Mazower)