De kunsten zijn gered. Wijzelf misschien ook. Je kunt
leven op een punt taart, roze weliswaar, en je langs

keurig opgestelde politieauto’s wurmen met het geschreeuw
van hooligans rondom je en dwars door

massa’s toeristen en een trage trein toch in die donkere en
andere wereld thuiskomen met aan je handen

de buit van de dag. We hebben de foto’s, we hebben de
woorden, we hebben prei en wortel, aardappels

die zo groot hier niet groeien, de boterhammen gespaard,
ons truitje verkeerd om aan, hem in ons lijf.

Je kunt met zoveel minder toe en toch merk je daar pas,
zachte regen onderweg, hoe groot

de honger is en hoe lang je teerde op voorraden die lang
en onbederfelijk in je kasten scholen.