Het gemis zoveel eenvoudiger dan de liefde. Na drie
dagen een bezoeker aan tafel die vragen stelt,

voelt aan het werk voor hem, kwinkelerend intelligent
probeert te zijn, vraagt of ik

nu niet en heel of vaak en dan het verschil benoemt:
het gaat om het delen. Als hij nu zijn hart

voor me neerlegt en dan maar er is geen denken aan.
Ik ontkom. Nog altijd is er het stukje

huid op een foto, sproeten, haar dat overeind gaat staan
als ik langs strijk, een open mond, een

oog dat met de kleur van water mijn muren bekleedt,
spieren die mij tegenhouden en terug,

een dampende kracht, zijn druipende lans en mijn hoofd
dat langzaam wegrolt van zijn voeten.