Hoe je je vervreemd en misplaatst kan voelen en tezelfdertijd
opgenomen in een familie met haar dichtende

werking, haar omsluitende beweging, haar moederlijke zorg.
Daar buiten de volgende reis, de lange sliert

teleurgestelde voetbalfans die zich schoppend en vloekend en
zingend, dat ook, naar huis begeven, de

honderden toeristen die voorbij gaan aan de ware attracties,
de zwoele temperaturen, de druppels op de

straatstenen, de immens dode lief die vroeger daar nog lonkte,
de mengeling van talen en lichamen die zich

nooit echt verbinden, -ga aan mijn deur voorbij- en horen waar
hij is in het gedicht aan de enkele vertrouwde klank

die mij, gretig als een kind dat opnieuw moet leren, bij de hand
neemt en meevoert alsof ik dan eindelijk zou gaan.