Ik ben een ander tegenover haar, dit is niet mijn vlees,
weelderig en met inkt gekleurd, dit
is niet mijn taal, bont en bijvoeglijk; dit koketteren met
het leven, ik ben het niet.
Haar gebruik staat niet in boeken beschreven, het vangt
aan in de palm van haar hand, het zet
zich voort in lijnen en draait zich met de zon. Zo zou
het bij mij ook moeten zijn. Bijna
wilde ik dat ze me kneep om mezelf gerust te stellen: ik
was er nog, ik gilde, ik sloeg om me heen.
Dit bijvoorbaat huilen, zegt ze, is een onterechte keuze.
Ik zie maar steeds die vader van ons,
grote hulpeloze handen op de rug, schuldig bevonden
aan diezelfde rijmelarij.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x