Honden die met hun snoet langs mijn benen strijken, steeds
maar weer vrouwen die ze uitlaten, achter de

geparkeerde auto’s langs wegsluipend, een pad naar de zee
en kleine huisjes die nog ingekleurd moeten worden,

steeds maar weer de vraag wat of ik doe terwijl ik denk dat
dat duidelijk is. Een droom die volgt op zijn

opmerking dat mijn voorzitterschap (meervoud) alleen maar
gaat om het onder controle houden van de ander,

inclusief mezelf, altijd maar weer die provocerende man in
het gangpad die mij tegenhoudt, over doelgroep

en doelstelling praat maar meent dat hij mij ondersteunt en
begrijpt. Hondenbezitter ooit, dat zal het zijn,

honden die los naast hem konden lopen, zei hij, zonder dat ze
ooit een verkeerde route namen of wegrenden. Ik wel.