Hij tuurt naar duizenden kleine afbeeldingen op het scherm,
postzegels, zegt hij, maar het lijkt een

opsporingsbevel met zoekgeraakte kinderen, slachtoffers die
nog geïdentificeerd moeten worden of

boter, kaas en eieren met in elk vakje een smiley, een lievere
variant op een zoekterm, een haastig ingevuld

rijtje van een hobbyist, die geen idee heeft wat hij jaren later
met zijn verzameling aan moet. Noem een woord

en je krijgt alles behalve je eigen keuze. Systemen die niet
waterdicht zijn, bewijs van verdeelde aandacht

maar geen liefde, dat we ergens waren maar nu dus ergens
anders, dat de herinnering aan ons niet spontaan

uit het brein floept maar geholpen moet worden met deze
opsomming, lachjes allemaal aan dezelfde kant.