Langzaam de geluiden laten oplossen, de altijd pratende
mensen in de tuinen hierachter, de altijd

gillende kinderen, het plonzen in het zwembadje, een sirene
in de nacht, een hondje dat niet binnen wil komen,

langzaam bewegen, nog een hoofdstuk te gaan, een telefoon
ergens die maar niet opgenomen wordt, zelf

van heel ver komen alsof ik de reiziger ben. In de ochtend
alles in omgekeerde volgorde. Het beddengoed al

in de wasmachine, de deuren open voor meer lucht, om de
boomhut het mooiste groen en de bloesem van

de kastanje rechtop, smoezelig wit, en de gaten daartussen
met grijs gevuld, een enkele rode deur, een

auto die te snel rond de stam raast, vingeroefeningen boven
dit scherm, uitzicht op een gele vlek in het oosten.