De hele nacht is een speurtocht naar een station in de buurt,
een vertrekken uit een onaanzienlijk dorpje met

slechte verbindingen, leegstaande winkelgalerijen waar we
doorheen moeten, stilstaande roltrappen,

massa’s mensen waaronder geen bekenden dan een BN-er
op retour en omdat we geen televisie hebben,

snappen we niets van de opwinding onderweg, wel van onze
eigen paniek, een bladzijde bijna van het boek dat

we lazen waarbij iemand ontwaakt in een onherkenbaar
gebied waar een aardbeving de hele omgeving

heeft veranderd, maar ontwaken lukt nog niet want wij moeten
een trein halen die niet rijdt en uit namen als

Jisp, Broek op Langedijk of Grootebroek vertrekt geen enkel
vervoersmiddel en zeker niet middenin het donker.