Op de hoek van de straat, tussen het schoolgebouw en de flat,
tussen de geparkeerde auto’s en de drie jonge
boompjes die nog geen schaduw geven, zit mevrouw Z. op
haar rollator, de handen gevouwen voor haar borst.
Haar klein hoofd draait alle kanten op maar langzaam alsof
ze wil herkennen waarop ze wacht. Alsof ze
weet dat er iets niet klopt, ze mist haar begeleider, dit is niet
haar stad en waarom kon ze vandaag niet los lopen of
rennen zoals ze vroeger deed. Ze heeft een onzichtbaar hondje
uitgelaten en in het netje van haar stoel hangt een
doosje eieren, zes roze koeken en een kropje sla. Om haar nek
hangen haar sleutels naast het kruisje uit haar jeugd,
om haar pols zit een plastic naambandje alsof ze met zichzelf
heeft afgerekend bij een verre kassa die piepte.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x