Het mag mij aan niets ontbreken. Liever gezegd: het ontbreekt
mij aan niets, hij is er immers. Hij zal de raderen
gesmeerd houden, hij beweert het stellig, terwijl ik me afvraag
welke olie er door mijn bloed loopt. Hij zal de wegen
recht maken, terwijl ik me nog verschuilen wil achter de linkerboom,
ik sta in afwachting van, hij zal een huis bouwen,
toon mij zijn handen, waarvan het dak niet lekt, het brood breken
zoals elke vader zaliger, terwijl de kruimels allang van
mijn lippen in mijn schoot vielen, hij zal maar hij vergeet een
ding. Het enige dat mij ontbreekt is dat lichaam dat
zich in me vleit, de uitnodiging van open armen en handen die
alleen gebruikt worden om mijn hoofd te bekransen,
het strelen nooit moe. Het ontbreekt aan dat verlangen, al het
andere is een teveel waar ik nooit om vroeg.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x