Terwijl mannen zich opheffen, op schouders slaan, verzinnen
vrouwen scenario’s, schrijven gedichten op de

afwezige achterflap, vol van blikschade, verwrongen lijven in
een berm en voorbijrazend verkeer. Terwijl mannen

vertellen over zichzelf, al dan niet in rijmvorm, zuchten vrouwen
over het ongemak van geen mobiel hebben, niet

bereikbaar zijn, oud worden, een enkeling vertolkt de charme
van chaos. Onbereikbaarheid was ooit een voorwaarde

voor liefhebben, ze denken terug. Terwijl mannen in groepjes
samenscholen, mengen vrouwen zich, en passant

graaiend in de bakjes met olijven, chips en dipsaus. Wordt
vervolgd, roept iemand enthousiast. Vrouwen gaan

tot actie over, koelbloedig ontleden zij de situatie, nog een
beetje vol van al die schade en dat verspilde bloed.