Zomaar zie ik hen als puber naast hun moeder op de bank
zitten. Ze zijn nog lang niet zover maar iets in hun

smaller wordende gezichten en lange haren tekent de toekomst
af. De aandacht voor het scherm, op de knieën

een bakje met pepernoten nu, chips dan natuurlijk, concentratie
in hun blik, nu nog voor Dieuwertje Blok die al jaren

tot hun kennissenkring behoort, dan voor de meest onmogelijke
monsters. Er zit al wat afstand tussen hun lijfjes

en dat van hun mamma, nu nog klein genoeg om naar haar uit
te strekken, daarna ver genoeg om echt groot

te zijn. Het is een flits die gelukkig verbleekt tot de gezelligheid
van nu, kusjes en problemen met pakjes in een boot

die nooit zal vergaan, niet echt. Vergeet niet te kijken, roepen
ze maar ik weet allang waar naar.