Er is nog zoveel meer dat we laten liggen. Liefde, protest, een
gesprek over de situatie, afspraken, het vuil naast de

container, de bal in het park. We rollen door zonder ergens een
schop tegen aan te geven. Het is allemaal vreselijk,

ja, maar. Een relatie die stilletjes doodbloedt, een berisping van
een kind, een nieuwe zienswijze, een gezegde dat

herhaalt, afronding, een besluit. Vroeger, zeg je nog, begon je
elke maandag opnieuw, over de nieuw en voelde het

ook echt nieuw. Je best ergens voor doen. Een kleine beloning
in het verschiet. Het is een zompig grasveldje

hier in de buurt en de doelpalen staan scheef en verzakt, de bal
is niet eens meer rond. Een koor van stemmen komt

door de regen heen en rijmt op retteketet, twintig paarden staan
tegenover het station zwart en zwaar klaar. Zij wel.