L. vertelt over Rembrandt en discussieert met zijn broer over
de leeftijd waarop R. begon, twaalf of veertien,

en hoe er van de Nachtwacht een stukje af is. Niet af dus als
het ware. S. zegt dat R. de schilder van de emotie

is. Ik vraag wat dat is, emotie. S. ligt op zijn buik op mijn
Skippybal die zomaar terug van het grasveld

in de huiskamer ligt, een beetje zacht geworden, dat wel. Nou,
zegt hij, ik weet het wel maar het is moeilijk uit

te leggen. Vervolgens tekenen we onze Zwamneus en zijn hele
familie in fotolijstjes op de achtergrond, de

vluchtauto van zijn bankoverval krijgt bloemetjes want dan
nemen ze hem niet serieus, zeggen L. en S. samen

en op zijn borst verklaart dat hartje met I en Mum alles. Het
staat met rood tussen de borstharen die ik teken. Regen,

denkt L. eerst.