Een klein hondje houdt het vol de hele avond te keffen zoals
de gasten in de tuin hiernaast zelfs zingen, gieren
van de lach, iemand op de schouders tillen en met z’n allen
achterover rollen in het krokodillenzwembadje.
Dat stellen we ons zo voor. De spetters voelen we, de onmacht
vooral maar we kijken niet. We dromen later dat
iemand op ons zit, eerst op onze schouders en dan op het hoofd
dat langzaam in het zand zakt, we vechten voor ons
leven. Zouden we kunnen blaffen, dan deden we het. De morgen
komt in vrede, stille vlagen frisse lucht. Behalve wat
scheef geparkeerde auto’s is iedereen afwezig. Opnieuw kijken
we niet. We rekken ons, lopen op onze tenen,
duwen wat tegen de muren die we tegenkomen en zouden zelfs
zomaar kunnen zingen, heel zachtjes.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x