Het leek op die keer dat we met z’n allen zaten te wachten op
mevrouw R. die nog even een rondje om was gegaan.

Het was mooi weer tenslotte. Terwijl de vrouwen vooral dat
betwijfelden, klonk er een knal, vloog er iets in

de verte door de lucht en klonken er na een poosje sirenes. Het
wachten duurde te lang en terwijl ik zeker wist dat

mevrouw R. afwezig zou blijven, begon ik het verhaal, iets van
vroeger, iets van nu en zij zeiden, zoals altijd, dat ze

het voor zich zagen en lachten. Nu was het een onbekende man
die vanuit het park en heus via de zebra

de zon genoot. Ook hier was volgens de informatie achteraf geen
drank in het spel maar teveel licht op een

zeker moment en iets van een bepaald tempo. Twee werelden die
in elkaar schoven en heel veel blik en rommel op straat.