Het zijn van die witte vierkante tentjes waarbinnen zich van
alles afspeelt, deinende wanden waardoor je de

schaduwen ziet van een eerste danspas, een omhelzing, iemand
die per ongeluk iets teveel naar achteren stapt,

een ruzie, een schranspartij en dan het geluid van een rits. Het
is vreemd hoeveel geluid naar boven stijgt, wat

je allemaal hoort als je nietsvermoedend nog je deuren openzet,
terwijl alle voorbereidingen natuurlijk al uren aan

de gang zijn. Het busje waaruit wat klapstoelen, zes kratten
bier, schotels waarover veel plastic en mensen,

blote benen, armen en heel veel zonnebrand. Rook tegen de
klimop, gesprekjes ketsend, domme lachjes, echt

alle lachjes klinken hier dom, en meezingen met de klassiekers,
het stilstaan van de tijd, god wat zijn ze nog jong.