Een grote liefde wordt een stille liefde, een langzame liefde,
iets looms als de zomer, iets langgerekts

en heel teer. Iets bijna vergeten en toch altijd aanwezig, voorraad
voor nog slechtere tijden. Uitstel.

Ongemoeid, ongenoemd (behalve hier) en alleen dansend als
er muziek klinkt. Wanneer luisteren we nog?

De geluiden van de wereld en alledag stijgen naar deze boomhut,
een zwarte zwerm vlokt tegen de ruiten, kinderen

gillen. Een man in een blauw pak met de witte letters ATTACK
op zijn rug komt met een dunne spuit en een

omgekeerde zak op het uiterste randje van dit balkon en spuit
de duizenden gratis bewoners van dit huis

plat. Onze held, zeggen de buurvrouwen en bieden hem wel
drie kopjes koffie aan. Hij lacht voor de foto.