De vrouwen komen nat binnen, bloesjes die blijven plakken, haren
die plat blijven liggen, kussen nog natter dan anders.

Gelukkig schommelt de boomhut zodat alles zich herstelt, krullen
schieten terug, een pony bolt weer op, warme thee

brengt de kleur terug. Terwijl door de deurspleet de donder ruist,
schikken zij zich rond de tafel, het gesprek loopt al

vanaf het trappenhuis en zet zich mede neer, geen woord valt vergeefs.
Waar de een mee eindigt, gaat de ander mee verder.

Een tweede smeert de toastjes, een derde die eet. Tegengestelde meningen
zorgen voor tijdelijke onrust, advies, raad, geduld

en uiteindelijke uitkomst. Uren later zijn er de appjes, samenvattingen,
bewijzen dat ze eerder hier waren dan daar. Ze hebben

geluisterd, nu weten ze het wel, en onderweg bleef het droog. De resten
van het gesprek verdwijnen met de hapjes in de mond van

de vierde.