Omdat ik nu al overal te vroeg kom (behalve bij mijn lief
die denkt dat ik nooit meer kom), ben ik bang een

mevrouw K. te worden die reeds om half elf in de hal op
mij zit te wachten (ik ben er rond twee) en om

kwart voor drie de groep onrustig verlaat omdat de maaltijd
om half zes geserveerd wordt. Mevrouw L.

heeft niets met tijd maar roept opeens ‘wat doe ik hier?’ en
hoewel iedereen door elkaar antwoord geeft,

zo van ‘het is hier geen gevangenis’ of ‘dat vragen wij ons
ook wel eens af’ en ik grap over ‘prioriteiten’ en

‘keuzestress’ blijven we allemaal zitten en kijken hoe mevrouw
K. nog eens door de gang holt. De heer I. heeft

ondertussen kunnen ontcijferen wat er op mijn trui staat, ik
ook van jou, zegt hij. Love hangt daar aan een draadje.