Mevrouw Z. eet tussendoor niets, zegt ze ongevraagd. Ze kijkt
wat treurig. Mevrouw K. beweert hetzelfde. Beide dames

zijn ontevreden over het eten hier. Het is het moment voordat
ik het boek opensla, het stukje tijd dat ze anders

in de hal delen maar daar is het nu ijzig koud. Niet vanwege de
aktie om zuinig te doen maar omdat een kwart van

de bewoners in en uit een bus stapt naar een kerstdorp. Een
kerstdorp, zegt mevrouw Z. verachtelijk. Met kransjes,

zeg ik. Glühwein, probeer ik nog. Alsof ze op zullen staan en
hard naar de uitgang zullen rennen om nog net mee

te kunnen. De rest van de groep doet dat wel, nou ja, behalve
dat rennen. Er wordt nog wat gezwaaid, de heer B.

steekt zijn duim omhoog, mevrouw S. zit te smakken. Dit gaat
niet over mij, zegt mevrouw Z., tot ik Annie MG lees, ze

glundert.