Soms ruikt er opeens iets naar jou terwijl dat natuurlijk
helemaal niet kan. Alsof je om de hoek bent
verdwenen maar daar giechelend nog staat te wachten,
mij wilt laten schrikken. Ik zet mijn stappen
behoedzamer, scherm alvast mijn lijf af. In de bocht staat
een tafel, een stoel, een kast. Er zijn geen sporen.
In het breiwerk zit een rood kort haartje terwijl de poes al
jaren dood is, op zolder ligt het zilverwerk van
mijn Beppe, helemaal achter in de koelkast ligt nog een
brokje van de allerlekkerste kaas. Hoog in
de boom een laatste vogel. Om me heen het gedreun van
een hamer die steeds maar weer de laatste
spijker wil slaan terwijl ik het telefoonnummer van jou
herhaal, het enige dat ik al twintig jaar ken.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x