Dit keer ligt een klein kind uit een van de achtertuinen in
een nisje tegen de flat aan, een dekentje met

deze hitte nog over haar heen. Ze kampeert waarschijnlijk
maar het lijkt op een verweesde en armoedige staat

die zelfs met de fles limonade op straat niet goed komt.
Ondertussen schreeuwt haar moeder dat ze

hierrrrr moet komen. Het schreeuwen is erfelijk, als een van
de vier kinderen die met een L hun naam beginnen

kan deze nog harder krijsen dan haar mamma en komen doet
ze natuurlijk niet. Ze kampeert. Haar fietsje ligt op

de stoep en is bijna niet te vermijden. Vorige week nog deed
haar broertje hetzelfde maar die riep mij na met

‘lekker ding’ en ging even snel achter mij aan. Bijna wilde
ik gillen maar ik hoorde mezelf fluisteren.