Steeds een beetje opschuiven zodat je in de schaduw blijft
en toch steeds meer zien: de man met het

teveel aan boodschappen en die ene rugzak die op straat
alles gaat herverdelen over armen, fiets en

zichzelf, de vrouw met een tattoo in haar nek die een spelfout
bevat, elke keer dat een auto bijna een

voetganger raakt, rokjes zo kort dat je ze uitlaten kunt, vet
dat zo rood langs schuift dat je het hoort sissen,

hoeveel er in een glas past, een huwelijk van lang geleden,
omhoogstekende tenen in een sandaal, een

cadeautje van jezelf, hoe je de volgende ochtend en volop
in de zon zult opschrijven hoe je daar zat en

steeds een beetje opschoof zodat je in de schaduw alles kon
zien dat zich aan je voorbijtrok en dat onthouden had.