Hij zegt dat je altijd wel door iets gechanteerd wordt. Een
kind, al dan niet jengelend. Een dode moeder.

Een niet afgeloste schuld. Een foutje van jaren her. Een ex.
Een ziekte. Een familielid. Een bewering.

Ik hou van die opsommingen, zeker hier, maar juist hij leerde
mij ervoor te zorgen dat je nooit chantabel moet

zijn. Hoe je onderscheid moet maken tussen verschillende
zaken en je zeker niet in moet laten met

een van de dingen uit dit rijtje. Iets van vroeger dringt zich op.
Een stem die je herkent. Een foto die duidelijker

wordt. Een handeling die alsnog gevolgen heeft. Terwijl ik
een rijmwoord probeer te ontdekken, zelfs een

grapje, wordt zijn tekst alsmaar zwarter. Bijna is er geen ruimte
meer op het papier noch in zijn hoofd.