Kruipen naar het licht. In de avond tot op de vensterbank
komen en leunen tegen het glas, voorover buigen
om de laatste woorden te lezen, het garen te kunnen plooien,
de handen het werk te laten doen, het gemoed
nog onbezwaard, nog even en de beesten rennen immers los.
In de ochtend mogen pas de deuren weer open,
drukken we ons tegen de verlichte plaat waarin ons lijf niet
weerspiegeld wordt maar wel onze bedoelingen
en tikken we op de cadans van de hartslag nieuwe zinnen.
Niet van plan het daglicht te laten wegglippen
laat staan onszelf. Half struikelend, de maan onvindbaar,
alleen gelaten, de takken druipend nog van het
zwart, geen geluiden nog of meer, de ogen toegeknepen om
vooral niets te moeten missen van deze wereld.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x