We zijn duidelijk een risico geval, armlastig en iets te zwaar
en zeker te oud, een niet te verzekeren gevalletje

van een op de honderd met een mysterieuze afwijking en een
slinkse neiging naar elke verkeerde kant. Wij

kunnen bovendien niet zwemmen, lopen altijd hard op het
verkeerde schoeisel en trekken een shirtje

omgekeerd aan. Wij liggen op ons eigen haar, stoppen tandpasta
in muurgaatjes, praten met spelden in de mond en

nemen bij elke route de tegenovergestelde richting. We kijken
in de lucht en doen alsof we de bui zien, we dragen

consequent nooit een paraplu of regenjas (we zagen olifanten
daar boven) en we lezen geen enkele bijsluiter.

We geven antwoord zonder leesbril en maken chocola van de
reacties van nietsvermoedende overige gevallen.