Vriendschap doet het soms beter bij wat ongelijkwaardigheid.
Zo van ‘als hij nu zeurt, hoef ik het niet te doen’ of

‘jemig, zo stel ik me tenminste niet aan’. ‘Vooruit’ zeggen of
‘kop op’ en denken ‘wat een muts’ en alle varianten

van dien. Nodig zijn omdat je juist heel anders denkt, afzetten
tegen overbodigheid van gevoel, bloemen

weigeren, zoiets. Ontkennen dat je van die muziek houdt en
met strak gezicht beweren dat, zo lang geleden ook.

Expres overdreven netjes zijn, vork en mes, een rok tot aan de
grond, plooien optillen terwijl je loopt, iets zomers

terwijl hij nog in wintertrui is. Buiten een vogel zien of drie
auto’s op elkaar terwijl hij binnen nog een

vulkaanuitbarsting nadoet, drie taartjes eten terwijl hij stelt dat
hij niet van zoet houdt, o en rijmen terwijl dat niet past.