Ik denk nog altijd dat het aan mij ligt, dat iemand mij niet
wil zien omdat ik een fout heb gemaakt en
mensen boos zijn, ik iets heb nagelaten, vergeten ben te zeggen,
te doen, dat al deze afstand te wijten is aan
mezelf. Natuurlijk weet ik wel dat het niet zo is maar toch. Ook
daarom neem ik mezelf elke bijna botsing
kwalijk, elk hijgen in mijn gezicht, elk voordringen, elk licht
gebaar van onwil en geniet ik zo van de stilte
of het witte straks van de sneeuw, de alles bedekkende en
onschuldige, zonden wegtoverende, vergevingsgezinde
en dempende laag kou. En tegelijkertijd veeg ik alle mensen
op een hoop, vloek ik in stilte, probeer ik
van niets te weten dan hoe van bergjes wit een man te maken die
dom lacht en iets bekends heeft, mijn sjaal om zijn nek.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x