Zoals vroeger al dieren sliepen, achterovervielen in het zachte
gras, zich verscholen in stallen, hutten, achter
bomen, zo ronken zij nu zachtjes omdat ik het zeg, het donker
schemerig eerst, de lakens fris, de neusjes koud,
de oogjes pas dicht als we ook de dino’s hebben, de eendjes,
de uilen (maar die gaan niet slapen, zegt de een
bijna wanhopig), de koeien, de schaapjes met immer witte voeten.
Het ruisen dat volgt is van een verlaten zee, het
strand uitgestrekt en warm, stoelen ingeklapt, ijsjes op, een bijna
bereiken van de horizon, handjes ergens binnenin mijn
lijf, geen beest dat zich meer waagt in ons bereik, vrede op aarde,
sterren nu maar van stof. Ogen dicht voor opstuivend
zand, een enkele wangedachte (maar ze zijn dood), een stap op
een piepend kuiken tussen de deuropening, een zucht.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x