Terwijl hij slechts om een ontmoeting hoeft te vragen, worstel
ik met figuren in een nachtelijke schermutseling,

probeer te ontkomen, terug te vechten, mijn adem afgesneden,
mijn vluchtwegen bezet, mijn kracht neergeslagen.

Terwijl ik wil dat hij me dwingend maar zachtjes tegen het
aanrecht duwt en verdergaat met gezoen en gevlei,

bereiken monsters mijn geheime stede en laten merktekens achter,
gebroken bezittingen, totale wanhoop. Is hij nog

onderweg slechts zodra ik hem toesta, steekt de ander voor een
derde maal toe, zijn gebedel overstemd door

gegil. Nou ja, zegt een derde, het is slechts een scenario, ik moet
nog wat rollen vergeven. Stilletjes hebben we

een favoriet. We maken het aanrecht alvast ruim, eten de restjes
van de avond ervoor, maken van witte lakens een vlag.