Er was ooit een grote doos waarin zij zich verstopt had met een
onsje marsepein, een schetsblok, tubes verf, drie

rijmen en een ongehoorde hoeveelheid in elkaar gepropte kranten
waarmee hij zo handig de kachel kon aanmaken,

later. Een buurman schoof haar bereidwillig tot aan zijn deur en
hoewel ze niet sprong en tegelijk met een versje

tevoorschijn kwam, was de verrassing even groot. Toch was het
meteen duidelijk dat welk cadeau dan ook ongehoord,

potsierlijk en veel te groot was. Met de rijmen deed hij nog het
langst maar dat kwam omdat hij ze niet begreep

terwijl de blokletters daar zo hun best voor deden. Nu komt er
af en toe iets in retour, een letter ligt in haar

brievenbus, een bons volgt op de ramen, een hinderlijk wijsje
valt haar lastig midden in de nacht, een schilderij hangt.